Heb jij ook altijd veel bijwerkingen uit de bijsluiter? Of doet een medicijn juist minder dan je had verwacht?
Dat kan komen door jouw genen, iedereen is immers uniek.
of je een 'worrier' (tobber) of een 'warrior' (krijger) bent
of bepaalde anticonceptiva (de 'pil') minder goed werken of dat je ze zelfs moet mijden
welke middelen tegen hoge bloeddruk het beste bij jou passen
en nog veel meer
Geen enge resultaten maar eerlijke informatie waar je gezonder mee kan leven.
Invloed van genen op medicatie bij bepaalde aandoeningen
Depressie en angst
Meer dan één miljoen mensen gebruiken een antidepressivum, terwijl het
bij ongeveer 30 tot 50% niet voldoende werkt. De zoektocht naar het
juiste middel in de juiste dosering kan wel maanden duren. Gedurende die
tijd zijn de bijwerkingen wel vaak heftig aanwezig waardoor het
vertrouwen in zichzelf, in de arts en in een behandeling ernstig geschaad
wordt.
Herken jij dit en heb jij problemen met het vinden van het juiste medicijn
tegen een depressie of angststoornis?
Doe dan een test naar jouw DNA.
Jouw DNA regelt hoe jouw lichaam omgaat met medicijnen.
Deze DNA test geeft per gen de activiteit weer en welke medicijnen door
dit gen worden verwerkt. Zo zie je direct welk medicijn beter kan passen.
Meer dan één miljoen mensen gebruiken een antidepressivum, terwijl het
bij ongeveer 30 tot 50% niet voldoende werkt. De zoektocht naar het
juiste middel in de juiste dosering kan wel maanden duren. Gedurende die
tijd zijn de bijwerkingen wel vaak heftig aanwezig waardoor het
vertrouwen in zichzelf, in de arts en in een behandeling ernstig geschaad
wordt.
Herken jij dit en heb jij problemen met het vinden van het juiste medicijn
tegen een depressie of angststoornis?
Doe dan een test naar jouw DNA.
Jouw DNA regelt hoe jouw lichaam omgaat met medicijnen.
Deze DNA test geeft per gen de activiteit weer en welke medicijnen door
dit gen worden verwerkt. Zo zie je direct welk medicijn beter kan passen.
Medicijnen zijn meestal een belangrijk onderdeel van de behandeling van
een psychose. Deze medicijnen heten 'antipsychotica'.
Ze beïnvloeden de werking van zenuwcellen in de hersenen.
Antipsychotica helpen je om weer uit de psychose te komen.
Antipsychotica hebben geen genezende werking; ze nemen de oorzaak
van de psychose niet weg en lossen achterliggende problemen niet op.
De medicatie zorgt ervoor dat angst en agitatie worden gedempt.
Dit kan je helpen weer meer controle te krijgen op je leven.
Antipsychotica komen vaak met veel bijwerkingen en het kan vaak lang
duren voordat duidelijk is of het ook goed helpt tegen de psychotische
symptomen.
Heb jij last met het vinden van een geschikt medicijn?
Doe dan een test naar jouw DNA.
Jouw DNA regelt hoe jouw lichaam omgaat met medicijnen.
Deze DNA test geeft per gen de activiteit weer en welke medicijnen door
dit gen worden verwerkt. Zo zie je direct welk medicijn beter kan passen.
Hoge bloeddruk is een belangrijke oorzaak van hart- en vaatziekten, hartfalen, beroertes, nierproblemen
en hersenschade.
Naast factoren als voeding en roken, wordt de bloeddruk voor een groot deel (30-60 procent) bepaald
door erfelijke aanleg.
Je (huis)arts bepaalt in overleg met jou welke medicijnen je krijgt voor de hoge bloeddruk.
Er zijn verschillende soorten medicijnen om de bloeddruk te verlagen. Vaak krijg je meer dan één soort
voorgeschreven.
Dat werkt vaak beter en je hebt minder kans op bijwerkingen.
Maar helaas houdt slechts een klein aantal patiënten met hypertensie de bloeddruk met geschikte
medicamenteuze behandeling onder controle.
Een onderzoek naar verschillen in DNA kan dan als een hulpmiddel worden ingezet om tot een betere
behandeling van de bloeddruk te komen.
Statines zijn geïndiceerd voor de preventie van hart- en vaatziekten en
behoren tot de meest voorgeschreven klassen van medicatie.
Niet alle patiënten reageren echter gunstig op statines en sommige bereiken hun doelstellingen voor het
verlagen van cholesterol niet.
Bovendien ervaart een aanzienlijk aantal patiënten nadelige effecten.
Ontstekingen in de spieren, spierzwakte en leverafwijkingen zijn de meest gemelde bijwerkingen van
statines, vaak leidend tot slechte therapietrouw of stopzetting van het statine.
Een farmacogenetische test, zoals de mijnmedicijn personal medicine test,kan een mogelijkheid bieden
voor de patiënt om samen met zijn behandelaar de mogelijke voordelen af te wegen tegen de mogelijke
risico’s van een statine. De keuze voor een statine en de dosering ervan kan
zo aangepast worden aan jouw DNA.
Stress - “Worrier” of “Warrior”
Stress is alomtegenwoordig in onze samenleving en volgt ons overal.
Sommige niveaus van stress kunnen ons helpen productiever te zijn; het kan echter ook ons welzijn en onze gezondheidstoestand aantasten.
Het is daarom belangrijk om te zorgen voor een goede stressbeheersing.
Maar heb je gemerkt dat er mensen lijken te zijn die beter met stress omgaan dan anderen?
Het COMT-gen codeert voor een enzym dat hormonen in onze hersenen afbreekt, ook wel 'stresshormonen' genoemd.
Dit gen heeft twee varianten die de “Worrier” -variant (tobber) en de “Warrior” -variant (krijger) worden genoemd.
Mensen met de "Worrier"-variant breken de 'stresshormonen' langzamer af en hebben daardoor hogere niveaus van deze hormonen.
Deze mensen hebben de neiging zich meer zorgen te maken en raken sneller overweldigd onder druk. Aan de andere kant hebben deze mensen in niet-stressvolle situaties een betere focus en geheugen.
Bij mensen met de “Warrior”-variant worden hormonen sneller afgebroken, waardoor ze beter reageren op stress.
Deze DNA-test laat zien welke variant van het COMT-gen u heeft. Zo zie je direct of je een tobber of een krijger bent.
Koffie
Er is een enzym dat voor 95% verantwoordelijk is voor de afbraak van cafeïne. Komt uit onze test dat
u een langzame variant heeft van dit enzym dan weet u nu beter waarom u nog zo lang wakker ligt na
een kop koffie.
Cholesterolverlagers
Bij lagere activiteit van bepaalde enzymen kunnen statines (simvastatine, ...) te langzaam uit het
lichaam verwijderd worden. Dan stapelt het medicijn zich op en dat kan stevige bijwerkingen verklaren.
Neem de resultaten dus mee naar uw arts.
Operaties
Bij mensen met inactieve varianten van het BCHE gen kunnen spierverslappers, die in noodsituaties
(operaties) gebruikt worden, te lang aanhouden waardoor zelfstandig ademen pas later mogelijk is.
Een dosisaanpassing lost dit op.
Bloedstolling
Met deze test wordt bepaald hoe uw bloedstolling wordt aangestuurd. Misschien duurt wondheling bij u
wel ietsje langer? Dan heeft u op latere leeftijd misschien ook minder snel ontstolling nodig bij
preventie van bloedpropjes?
Jouw DNA heeft invloed op het resultaat
In jouw DNA is bepaald hoe jij reageert op medicijnen. Jouw genen hebben een enorme invloed op de manier waarop een medicijn opgenomen
wordt, zich verdeeld in het lichaam en weer afgebroken wordt.
Ze kunnen hierdoor verantwoordelijk zijn voor de verschillen in respons op een medicijn. Jouw genen bepalen of jouw lichaam een
medicijn te langzaam, normaal of te snel afbreekt, wat kan resulteren in nare bijwerkingen of juist helemaal geen effect.
Een farmacogenetische test toont de activiteit van de verschillende betrokken enzymen aan en geeft zo informatie over het soort
medicijn wat bij jou past en de bijbehorende dosis.
Welke genen worden precies getest?
Onze farmacogenetische test controleert de volgende genen: ABCB1, ALDH2, BCHE, COMT, CYP1A2, CYP2B6,
CYP2C8, CYP2C9, CYP2C19, CYP2D6, CYP2D6-enhancer, CYP2E1, CYP3A4, CYP3A5, CYP4F2, DPYD, F2, F5, G6PD, GRIK4,
HLA-B*1502, IFNL3, MTHFR, OPRM1, SLCO1B1, TPMT, UGT1A1 en VKORC1.
Een gen dat zorgt voor een transporteiwit. Het vervoert o.a. medicijnen uit bijvoorbeeld de
hersenen en de nieren.
ALDH2
Het ALDH2-gen codeert voor ALDH2, dat staat voor Aldehyde Dehydrogenase 2, een belangrijk enzym
dat betrokken is bij alcoholmetabolisme. Aldehyde Dehydrogenase 2 is verantwoordelijk voor de
afbraak van een giftige stof, namelijk acetaldehyde.
BCHE
Een gen dat zorgt voor de aanmaak van een enzym dat helpt het lichaam te beschermen tegen bepaalde
toxische stoffen door ze af te breken voordat ze de zenuwen bereiken.
COMT
COMT is betrokken bij de omzetting van bepaalde “stress” hormonen zoals dopamine en adrenaline,
maar ook bijvoorbeeld bepaalde vrouwelijke hormonen.
CYP1A2
CYP1A2 is een onderdeel van een grote familie, de cytochroom-P450-enzymen. Ze bevinden zich
voornamelijk in de lever. Deze groep is betrokken bij het metabolisme van ongeveer 60% van de
medicijnen. 8 tot 10% hiervan wordt door dit gen, CYP1A2, omgezet.
CYP2B6
CYP2B6 is een onderdeel van een grote familie, de cytochroom-P450-enzymen. Deze groep is betrokken
bij het metabolisme van ongeveer 60% van de medicijnen. Ongeveer 4% van de 200 meest voorgeschreven
en gebruikte medicijnen, waaronder voornamelijk antivirale middelen, worden afgebroken door CYP2B6.
CYP2C8
CYP2C8 is een onderdeel van een grote familie, de cytochroom-P450-enzymen. Deze groep is betrokken
bij het metabolisme van ongeveer 60% van de medicijnen. Dit enzym is goed voor 7% van het totale
CYP-enzymgehalte in de lever.
CYP2C9
CYP2C9 is een onderdeel van een grote familie, de cytochroom-P450-enzymen. Deze groep is betrokken
bij het metabolisme van ongeveer 60% van de medicijnen. Ongeveer 10%-20% van alle medicijnen worden
(deels) door CYP2C9 omgezet.
CYP2C19
CYP2C19 is een onderdeel van een grote familie, de cytochroom-P450-enzymen. Deze groep is
betrokken bij het metabolisme van ongeveer 60% van de medicijnen. Ongeveer 8% van alle
medicijnen worden (deels) door CYP2C19 omgezet, waaronder bijvoorbeeld antidepressiva,
maagmiddelen (de protonpompremmers) en antistollingsmiddelen.
CYP2D6
CYP2D6 is onderdeel van de cytochroom-P450-enzymen, dit zijn enzymen die voornamelijk in de lever
werken en zorgen voor de afbraak van zeer veel diverse stoffen in het lichaam. Dit gen is betrokken
bij zeker 25% van de door artsen voorgeschreven medicijnen, zoals antidepressiva, antipsychotica,
opioiden, tamoxifen, anti-aritmica.
CYP2E1
CYP2E1 is onderdeel van de cytochroom-P450-enzymen, dit zijn enzymen die voornamelijk in de lever
en in minder mate in de hersenen, longen en nieren werken. Ze zorgen voor de afbraak van zeer veel
diverse stoffen in het lichaam.
CYP3A4
CYP3A4 is onderdeel van de cytochroom-P450-enzymen. Dit enzym is een van de belangrijkste
CYP-enzymen omdat het verantwoordelijk is voor de verwerkingvan ongeveer 45-60% van de
voorgeschreven medicijnen.
CYP3A5
CYP3A5 is onderdeel van de cytochroom-P450-enzymen, dit zijn enzymen die voornamelijk in de lever
en in minder mate in de hersenen, longen en nieren werken. Ze zorgen voor de afbraak van zeer veel
diverse stoffen in het lichaam.
CYP4F2
CYP4F2 reguleert de biologische beschikbaarheid van vitamine E en vitamine K. Variaties in CYP4F2
die de biologische beschikbaarheid van vitamine K beïnvloeden, hebben ook invloed op de dosering
van vitamine k-antagonisten zoals warfarine of acenocoumarol.
DPYD
Dit gen speelt een centrale rol. Het is namelijk betrokken bij de afbraak van de moleculen
uracil en thymine. Dit zijn bouwstenen van het DNA en het aanverwante-RNA.
F2
Het F2-gen bevat instructies voor het maken van een eiwit dat protrombine wordt genoemd. Dit is een
stollingsfactor die belangrijk is bij de bloedstolling.
F5
Het F5-gen bevat instructies voor het maken van een eiwit dat coagulatiefactor V (5) wordt genoemd.
Dit is een stollingsfactor die belangrijk is bij de bloedstolling.
G6PD
Het G6PD-gen geeft instructies voor het maken van een enzym genaamd glucose-6-fosfaatdehydrogenase.
Dit enzym speelt een cruciale rol in rode bloedcellen. Variaties in dit gen leiden tot
G6PD-deficientie wat zich manifesteert als een acute hemolytische anemie.
GRIK4
GRIK4 codeert voor een eiwit wat signalen van de neurotransmitter glutamaat doorgeeft in de hersenen.
Er is nog niet veel met zekerheid te zeggen over dit gen, maar variaties in dit gen worden in verband
gebracht met hoe je lichaam reageert op anti-depressiva.
HLA-B
HLA-B is een belangrijk onderdeel van het immuunsysteem. Het hoort bij een familie van genen, het
HLA-complex. Het helpt het immuunsysteem onderscheid te maken tussen je eigen eiwitten en eiwitten
van een binnendringer, zoals een bacterie of een virus.
IFNL3
IFNL3 is een gen wat codeert voor een cytokine. Cytokines zijn belangrijke signaaleiwitten in het
immuunsysteem. Wanneer er een bedreiging wordt gesignaleerd in je lichaam worden er veel cytokines
geactiveerd waardoor de afweerreactie op gang kan komen.
MTHFR
Het MTHFR gen codeert voor het enzym methyleentetrahydrofolaatreductase. Ditenzym is betrokken bij
het foliumzuurmetabolisme. Dit foliumzuurmetabolisme isessentieel voor de productie van DNA en de
eiwitsynthese die op hun beurt weer essentieel zijn voor alle lichaamsfuncties.
OPRM1
Het OPRM1-gen bevat instructies voor het maken van een eiwit dat de mu (μ)-receptor wordt genoemd.
Dit is een normaal onderdeel van ons lichaam en het is een systeem waar pijn, beloning maar ook
verslaving worden gereguleerd.
SLCO1B1
Dit SLCO1B1-gen bevat de instructies voor het maken van een eiwit dat organisch aniontransporterend
polypeptide 1B1 of OATP1B1 wordt genoemd. Hetheeft invloed op het vervoer van stoffen in het
lichaam. Het eiwit wordt gevondenin levercellen waar het verbindingen uit het bloed naar de lever
transporteert, zodat ze uit het lichaam kunnen worden verwijderd.
TPMT
Het TPMT gen codeert voor het enzym thiopurine S-methyltransferase. Net als COMT (ook een
methyltrasferase) is TPMT betrokken bij de ontgifting van het lichaam. TPMT wordt voornamelijk
gevonden in de lever en de nieren en komt wat minder voor in de hersenen en longen.
UGT1A1
Dit gen behoort tot een familie van genen die instructies geven voor het maken van enzymen die
UDP-glucuronosyltransferasen worden genoemd. Deze enzymenvoeren een reactie uit, glucuronidering
genoemd: dit proces is een handigheidje van het lichaam om verschillende stoffen meer
wateroplosbaar te maken en op deze manier makkelijker door het lichaam te vervoeren of uit het
lichaam te verwijderen via urine of de ontlasting met behulp van gal (uit de lever).
VKORC1
Dit gen codeert voor een enzym in de lever dat een sleutelrol heeft in de vitamine K-cyclus.
Vitamine K speelt een belangrijke rol bij het helpen maken van een bloedstolsel en dus het
voorkomen van overmatig bloeden.
NOS Nieuws, 3 februari 2023
Ernstige bijwerkingen van medicijnen nemen met 30 procent af als de dosering wordt afgestemd op het dna van patiënten. Dat blijkt uit een internationale studie onder leiding van het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). Het is voor het eerst dat is aangetoond dat voorschrijven op basis van een dna-profiel ook echt effect heeft.
"Het bewijs is geleverd, dit is echt een doorbraak", aldus hoogleraar klinische farmacie Henk-Jan Guchelaar, een van de auteurs van de studie. Bijna 7000 mensen uit zeven Europese landen deden mee. De gebruikte medicijnen waren bedoeld voor de behandeling van onder meer kanker, hart- en vaataandoeningen en psychische klachten.
Noortje van Herwaarden, 19 april 2021
Wereldwijd heeft een groot deel van de bevolking een afwijkende activiteit van de leverenzymen CYP2D6 of CYP2C19, die betrokken zijn bij de metabolisatie van bepaalde geneesmiddelen. Dat blijkt uit een meta-analyse van Anne Koopmans en collega’s.
Emily Henderson, 29 januari 2021
Volgens een nieuw onderzoek van de University of East Anglia (UEA) in samenwerking met de Universiteit Leiden (Nederland), zouden jaarlijks vier miljoen Britse patiënten baat kunnen hebben bij het afnemen van een genetische test voor de start van de behandeling met veelvoorkomende medicijnen.
Onderzoekers onderzochten 56 veelvoorkomende geneesmiddelen die in 2019 waren voorgeschreven en ontdekten dat bij meer dan 20% een arts of apotheker de mogelijkheid had om actie te ondernemen volgens internationale farmacogenetische richtlijnen.
Fran Lowry, 6 juni 2019
Farmacogenetisch testen kan artsen helpen om met grotere precisie het meest effectieve antidepressivum
te kiezen voor hun patiënten met depressieve stoornis (MDD).
Een onderzoek dat de bruikbaarheid van dergelijke testen onderzocht, toonde aan dat remissie, respons
en verlichting van depressieve symptomen groter waren bij patiënten bij wie de zorg werd geleid door
dergelijke testen, in vergelijking met patiënten die behandeling zoals gewoonlijk (TAU) kregen,
zonder genetische begeleiding.
“Farmacogenetische testen zullen ons van tevoren niet vertellen welk antidepressivum het meest
effectief is voor een patiënt, althans niet op dit moment. Maar dergelijke tests helpen ons te
weten welke geneesmiddelen mogelijk niet kloppen of niet de beste keuze of onjuist zijn
voor een bepaalde patiënt, “zei onderzoeker John F. Greden, MD, uitvoerend directeur, University
of Michigan Comprehensive Depression Center, en Rachel Upjohn hoogleraar Psychiatrie, Ann Arbor.
Farmacogenetisch testen wordt nog niet routinematig door artsen toegepast als een manier om de
resultaten voor patiënten met MDD te verbeteren.
“Er is veel scepsis over dergelijke tests, er is verwarring, mensen zijn hierover verbaasd, maar
daar zijn redenen voor. Een voorbeeld: vroege studies en publicaties over farmacogenetica bestudeerden
kleine aantallen genen en varianten en hadden kleine steekproefgroottes en korte duur van de
follow-up. Maar dergelijke testen hebben een lange weg afgelegd sinds de vroege dagen, “zei Greden.
“Als artsen weten hoe ze farmacogenetische-gegevens moeten gebruiken, helpt het hen om keuzes te
maken die respons en remissie tot stand brengen,” voegde hij eraan toe.
Jacqueline Howard, 2 juni 2019
Onderzoekers weten al lang dat verschillende soorten kanker, behalve borst- en eierstokken, in verband worden
gebracht met schadelijke mutaties bij BRCA1 en BRCA2, waaronder eileiderkanker, prostaatkanker en
alvleesklierkanker.
Een nieuwe studie, gepresenteerd op de jaarlijkse bijeenkomst van de American Society for Clinical Oncology in
Chicago, beschrijft een behandelaanpak specifiek voor patiënten met gemetastaseerde alvleesklierkanker die een
BRCA1- of BRCA2-mutatie hadden.
Could a Personalized Approach to Therapy End the War on Pain?
D. Primorac, L. Bach-Rojecky, 3 mei 2019
Chronische pijn treft ongeveer 20% van de volwassen bevolking wereldwijd en vormt een enorme belasting voor de getroffen personen, met een
aanzienlijk negatief effect op de kwaliteit van hun leven, het dagelijks functioneren en de arbeidsproductiviteit.
Terwijl ze op zoek waren naar een verklaring van de interindividuele variabiliteit in pijnperceptie en door drugs veroorzaakte pijnverlichting,
hebben wetenschappers geprobeerd de antwoorden in de genen te vinden. Vanaf deze publicatie hebben onderzoekers ten minste zes genen of
genclusters geïdentificeerd (meestal geassocieerd met opioïde, adrenerge en catecholamine-routes) die mogelijk verband houden met de ontwikkeling
van pijn.
Veel artsen hebben al ervaring met het grote voordeel van de implementatie van farmacogenomica in hun dagelijkse praktijk. Doseringsaanpassingen
volgens het genotype van een patiënt om de medicamenteuze behandeling te optimaliseren, zijn geïmplementeerd in relevante klinische richtlijnen
en in samenvattingen van productkenmerken (SmPC) voor bepaalde geneesmiddelen en medicijnklassen. Dienovereenkomstig wordt het vertalen van
genomische gegevens in de klinische praktijk steeds belangrijker in het begrijpen van verschillen in het effect van medicatie tijdens de
behandeling van pijn.
EMA, 15 maart 2019
Het Europese Geneesmiddelenbureau heeft een evaluatieonderzoek gestart van geneesmiddelen die fluorouracil bevatten en de gerelateerde geneesmiddelen capecitabine, tegafur en flucytosine, die in het lichaam worden omgezet in fluorouracil.
De evaluatie zal bestaande screeningsmethoden en hun waarde onderzoeken bij het identificeren van patiënten met een verhoogd risico op ernstige bijwerkingen.
Sonya Collins, 28 februari 2019
Deze maand vierde Karen Daggett 10 jaar van het leven waarvan ze dacht dat ze het niet zou hebben.
Op Valentijnsdag 2009 voelde ze zich niet goed genoeg om samen met haar vrienden op het eiland Marco
Island in Florida een koppel te dineren. Maar haar man stond erop dat ze met hem meeging, en daarvoor is
Daggett dankbaar. “Als ik die avond [alleen] was gebleven, was ik waarschijnlijk gestorven”, zei ze.
Verschillende genen vertellen het lichaam hoe verschillende medicijnen af te breken. Een variant in
een van die genen kan van invloed zijn op de manier waarop u één, enkele of alle medicijnen verwerkt
waarvoor het gen verantwoordelijk is. Sommige genvarianten kunnen u zo gevoelig maken voor een medicijn
dat u slechts de helft minder nodig hebt dan de meeste mensen om hetzelfde effect te krijgen. Een andere
variant zou kunnen betekenen dat je twee keer zoveel nodig hebt. Weer een ander kan ertoe leiden dat u
mogelijk een fatale reactie krijgt op bepaalde medicijnen.
Ellen de Visser, 2 januari 2019
Het aantal kankerpatiënten dat ernstig ziek wordt of zelfs overlijdt door het veelgebruikte chemomedicijn
5-FU kan drastisch omlaag door alle patiënten vooraf genetisch te testen en daarna eventueel de dosis aan
te passen. Nederlands onderzoek onder elfhonderd patiënten in zeventien ziekenhuizen levert daarvoor nu
het definitieve bewijs.
De belangrijkste verklaring daarvoor is al jaren bekend. 5-FU, dat via een infuus of per pil wordt
toegediend, wordt door een enzym in de lever afgebroken tot een inactieve stof. Maar 8 procent van alle
mensen heeft een genetische variatie waardoor dat enzym niet of minder actief is.
Gevolg: het medicijn wordt te traag of helemaal niet afgebroken, waardoor het gehalte aan werkzame stof in
het bloed hoog blijft en het medicijn de kans krijgt om gezonde weefsels ernstig aan te tasten. In hun dna
werd gezocht naar de vier meestvoorkomende variaties die de activiteit van het betrokken enzym
verminderen of uitschakelen. Bij de 85 patiënten met een van de onderzochte variaties werd de dosis van
het kankermedicijn aangepast, ze kregen een kwart tot de helft minder. Het aantal patiënten met ernstige
bijwerkingen halveerde, staat beschreven in The Lancet Oncology.
De mijnmedicijn personal medicine test niet alleen die 4 variaties maar daarnaast ook nog vele anderen
waarvan u de resultaten mee kunt nemen naar uw behandelend arts.
Pharmacogenetic considerations for migraine therapies
Matilde Capi, Giovanna Gentile, Luana Lionetto, Gerardo Salerno, Fabiola
Cipolla, Martina Curto, Marina Borro & Paolo Martelletti, 26 Oktober 2018
Migraine is een veel voorkomende neurologische aandoening met een complexe achtergond. Opmerkelijk is dat er
verschillende reacties zijn op de medicijnen die worden gebruikt tegen migraine. De ineffectieve respons en
de mate van bijwerkingen zijn veel voorkomende problemen bij patiënten.
Verschillende studies tonen aan dat deze aandoening een belangrijke en complexe genetische component heeft
die betrekking heeft op de behandeling met medicijnen. Er zijn veel polymorfismen van genen die betrokken
zijn bij het metabolisme van geneesmiddelen geanalyseerd. Deze onderzoeken tonen veel genvariaties aan, met
name op CYP450 (die 90% van de geneesmiddelen metaboliseert) en vormen het meest geschikte aanknopingspunt
voor zowel de huidige als de toekomstige migraine-therapie. Farmacogenetica beloven te kunnen helpen bij het
vinden van een farmacologische therapie op basis van de unieke genetische kenmerken van de patiënt.
Bennie Mols (VPRO), 2018
Een kijkje in het Estse pionierswerk over gepersonaliseerde geneeskunde.
Emily Pond, 7 September 2018
Het gebruik van farmacogenetica bij de behandeling van depressieve stoornissen wordt ondersteund door
onderzoeksgegevens gepubliceerd in het Journal of Psychiatry Research.
Batya Swift Yasgur, 30 mei 2018
Het vinden van een, voor een bepaalde patiënt, effectief en verdraagbaar antidepressivum kan lange tijd
duren. Gedurende deze tijd worden patiënten blootgesteld aan ineffectieve medicatie met potentiële
nadelige effecten en de schadelijke effecten van de depressie zelf.
De redenen voor een negatieve reactie op antidepressiva kunnen complex zijn, maar genetische
componenten zijn duidelijk relevant.
Het gebruik van farmacogenetica bij behandelingen met antidepressiva is daarom bedoeld om de
remissiepercentages van depressie te verbeteren en de nadelige effecten te verminderen.
Robert H. Shmerling, 12 januari 2018
Statines zijn in Nederland veel voorgeschreven medicijnen. Statines zijn de eerste keuze voor artsen.
Gemiddeld genomen stopt ongeveer 50% van de patiënten met statine medicijnen. Dit heeft verschillende
oorzaken. Er wordt geen verbetering gevoeld en/of er is sprake van bijwerkingen en/of men gelooft
publiciteit, waarin de werking in twijfel wordt getrokken. Vaak start zo’n 25% weer opnieuw met een
ander statine medicijn. 25% echter kiest ervoor om geen statine medicijn meer te gebruiken, vanwege de
vervelende bijwerkingen.
In Chicago is een onderzoek gedaan met patiënten, die gestopt waren met statine medicijnen. Bij hen
werd een DNA-test afgenomen en op basis hiervan werd een bij het gevonden DNA-profiel passende statine
medicijn voorgeschreven. Bijna 60% van deze groep was weer bereid om met de nieuwe medicatie door te
gaan.
Na 8 maanden waren de cholesterol waardes lager. Van de controlegroep, waar de DNA-test niet is
afgenomen, was slecht 33% bereid om opnieuw te beginnen met statine medicijnen te gebruiken.
Pharmacogenomics of statins: understanding susceptibility to adverse effects
J. Kitzmiller, E. Mikulik, A. Dauki, C. Murkherjee, J. Luzum, 3 oktober 2016
Statines zijn een hoeksteen van de farmacologische behandeling en preventie van atherosclerotische
cardiovasculaire aandoeningen. Atherosclerose is wereldwijd een overheersende oorzaak van sterfte en
morbiditeit. Statines behoren tot de meest voorgeschreven klassen van geneesmiddelen, en hun
voorschrijfindicaties en doelpopulaties zijn aanzienlijk uitgebreid in de officiële richtlijnen die
onlangs zijn gepubliceerd door de Amerikaanse en Europese expertpanels. Nadelige effecten van statine
farmacotherapie leiden echter tot aanzienlijke kosten en morbiditeit en kunnen leiden tot
niet-therapietrouw en stopzetting van de therapie. Met statine geassocieerde spiersymptomen komen voor
bij ~ 10% van de patiënten op statines en vormen het meest gemelde bijwerkingeneffect dat geassocieerd
is met statine farmacotherapie. Aanzienlijke klinische en niet-klinische onderzoeksinspanningen zijn
gericht op het bepalen of genetica een zinvol inzicht kunnen bieden met betrekking tot het risico van
statine-nadelige effecten van een individuele patiënt. Deze eigentijdse beoordeling van het relevante
klinische onderzoek naar polymorfismen in verschillende sleutelgenen die de farmacokinetiek van statine
beïnvloeden (bijv. Transporters en metaboliserende enzymen), statinewerkzaamheid (bijv. Medicijndoelwitten
en pathways) en giftigheid van endorganen (bijv. Myopathieroutes) hoogtepunten verschillende veelbelovende
farmacogenomische kandidaten. SLCO1B1 521C is momenteel echter de enige klinisch relevante farmacogenetische
test met betrekking tot statine-toxiciteit en de relevantie ervan is beperkt tot simvastatine-myopathie.
We hebben allemaal variaties in ons DNA
De meeste DNA-variaties ontstaan door foutjes die gemaakt worden wanneer een cel een kopie
van zijn DNA maakt, zodat deze in twee nieuwe cellen kan worden verdeeld.
Ondanks slimme systemen om deze kopieerfouten te herkennen en repareren, glippen sommigen af
en toe door het net. De meeste kopieerfoutjes zorgen slechts voor een enkele verandering in
een DNA-letter. Maar zelfs dan kunnen ze leiden tot grote veranderingen, het veranderen van
genen en de eiwitten die ze produceren. Dit kan vervolgens weer van invloed zijn op de
manier waarop het lichaam groeit of werkt.
Wil jij weten of jouw lichaam medicijnen op een standaard manier verwerkt of dat er
misschien variaties in die genen zitten? Bekijk nu onze DNA test voor medicijngebruikers.
deze test een van de meest betrouwbare farmacogenetische testen is die op de markt zijn!
Wij hebben gekozen voor een geaccrediteerd laboratorium en een test die met een zeer hoge
betrouwbaarheid voorspellingen kan doen over uw enzymactiviteit. De hoge betrouwbaarheid komt
doordat de test erg inzoomt op die plaatsen in het DNA die coderen voor enzymactiviteit.
Deze specificiteit verhoogt de nauwkeurigheid.
Met onze resultaten kan je met een gerust hart naar een arts, specialist of apotheker om het
te laten gebruiken voor dosisaanpassingen van je medicijn.
Voor ons is dit erg belangrijk, want betrouwbaarheid van jouw genetische uitslag is wat jou
een betere behandeling met medicatie kan opleveren. Dat is wat jou direct helpt.
Wij zijn daar graag een betrouwbare partner in.
Farmacogenetische testen worden vergoed als een patiënt ernstige bijwerkingen heeft of als
het medicijn onverwacht ineffectief is.
Het heeft dus zeker zin om de factuur bij uw zorgverzekeraar in te dienen.
u zelf eigenaar bent van de gegevens!
Dat lijkt zo logisch, maar andere DNA test leveranciers houden de mogelijkheid om uw gegevens te
gebruiken, te verkopen of ze komen in grote Europese databases. Er zijn al voorbeelden van hoe die
misbruikt kunnen worden, dus wij zijn er duidelijk in:
U beslist wat u met uw genetische data doet en als u ze liever bij ons weghaalt, dan kan u dat
helemaal zelf doen. Wij kunnen je meer informatie over jouw genen geven als je de gegevens bij ons
laat staan, maar je kan ze ook bij ons verwijderen. Jij hebt de zeggenschap die jij verdient!
Ervaringen zijn persoonlijk en de werking van medicijnen verschilt per persoon. Raadpleeg altijd uw arts en/of apotheker voor passend advies.
Zie ook bij «veelgestelde vragen» het doel van mijnmedicijn.nl.