Medicatieveiligheid voor jou

Medicatieveiligheid voor jou

dossiers
Geef mening

Gevaarlijke darmbacterie actief in Duitsland

EHEC is de naam, een bacterie die bloedarmoede en nierfalen kan veroorzaken. Inmiddels zijn vele inwoners van het Duitse Noord-Rijnland-Westfalen besmet.

Nog niet bekend is hoe deze patiënten de bacterie, die van nature voorkomt in de darmen van runderen, schapen, geiten,reeën en herten, hebben opgelopen. Besmetting met de EHEC-bacterie moet sinds 2001 gemeld worden, omdat de gevolgen ronduit gevaarlijk kunnen zijn.

De EHEC, behoort tot de zogenaamde shigatoxineproducerende E Escherichia coli (STEC).

Ziekteverloop

De incubatieperiode voor diarree bedraagt meestal 3 of 4 dagen, met een range van 1-12 dagen. Typerend voor STEC is dat de diarree 1 tot 3 dagen na start bloederig wordt. HUS kan zich ontwikkelen tot 14 dagen na de gastro-enteritis.

Een infectie met STEC kan asymptomatisch verlopen, zich beperken tot milde diarree of bloederige diarree veroorzaken (hemorragische colitis). Hemorragische colitis wordt gekarakteriseerd door het plotselinge optreden van heftige buikkrampen, soms met braken, veelal zonder koorts. Na 24 uur volgt een aanvankelijk waterige diarree die na 1 tot 3 dagen bloederig wordt. De klachten duren 2 tot 9 dagen (gemiddeld 4 dagen) en gaan over het algemeen vanzelf over.

2-7% van de met STEC geïnfecteerde personen ontwikkelt HUS, maar bij geïnfecteerde kinderen jonger dan 5 jaar kan dit oplopen tot 15%. HUS wordt gekarakteriseerd door hemolytische anemie, thrombocytopenie en acute nierinsufficiëntie. Het merendeel van de patiënten met HUS herstelt volledig. Onderzoeken van de langetermijnprognose bij diarreegeassocieerde HUS-patiënten laten zien dat gemiddeld 2-9% van deze patiënten overlijdt (vooral in de acute fase), dat bij 25% van de overlevende patiënten chronische nierfunctiestoornissen worden gezien en dat gemiddeld 3% van de HUS-patiënten een terminale nierinsufficiëntie ontwikkelt (End Stage Renal Disease, ESRD). Daarnaast ontwikkelt 0 tot 15% van de HUS-patiënten in de acute fase diabetes mellitus, hetgeen gepaard gaat met verhoogde mortaliteit. Van de overlevende HUS-patiënten met diabetes blijft ruim een derde langdurig (minimaal 12 maanden) insuline-afhankelijk. Tevens kan de diabetes jaren na de doorgemaakte HUS weer optreden.

Risicofactoren voor het ontwikkelen van HUS zijn leeftijd (jonger dan 5 jaar en ouder dan 65 jaar), gebruik van antibiotica en een verhoogd aantal leucocyten in het bloed. Daarnaast spelen kenmerken van de bacterie een rol.

De situatie in Duitsland

De EHEC-bacterie, zoals deze in de media werd genoemd, werd in mei 2011 in Duitsland in de omgeving van Hamburg als oorzaak van een aantal sterfgevallen aangewezen. Aanvankelijk werd aangenomen dat de besmetting de algemeen voorkomende stam O157:H7 betrof, maar later werd duidelijk dat het om de zeer zeldzame O104:H4-stam ging. Deze O104:H4-stam was slechts één keer eerder geïdentificeerd: in 2005 werd in Zuid-Korea een besmetting met deze EHEC-variant vastgesteld. De bron van die besmetting bleef onbekend.

De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft bekendgemaakt dat de EHEC-bacterie die momenteel in Duitsland rondwaart zeer giftig is en niet eerder bij patiënten is gevonden.

De experts van de WHO die het genetisch materiaal van de EHEC-bacterie hebben onderzocht zeggen dat het zou gaan om een mutatie van twee reeds bekende bacteriën. Het is voor bacteriën niet ongewoon om zich voortdurend te ontwikkelen en genen uit te wisselen met andere bacteriën. De nieuwe mutatie lijkt een kruising te zijn van twee verschillende varianten van E.coli. Het is echter moeilijk te zeggen waar de nieuwe mutatie uit voorkomt. Aangezien menselijke en dierlijke bacteriën gemakkelijk genen uitwisselen, is het niet ondenkbaar dat een dierlijke bron de oorzaak is van de EHEC-uitbraak, meent Voedselveiligheidexpert Kruse van het WHO.

Wat kun je doen om besmetting te voorkomen?

Runderen zijn asymptomatische dragers van deze darmbacterie. Ook bij schapen en geiten wordt STEC uit darminhoud geïsoleerd. Daarnaast wordt STEC ook sporadisch gevonden bij andere landbouwhuisdieren en wilde fauna, zoals bijvoorbeeld paarden, herten, konijnen, eenden en meeuwen. De bacterie overleeft maanden in de bodem en weken in water (langer bij lagere temperaturen).

De meeste infecties zijn tot dusverre in verband gebracht met consumptie van onvoldoende verhit (veelal gemalen) rundvlees zoals hamburger en gehakt of rauw rundvlees (filet americain, carpaccio en dergelijke). Naast rundvlees zijn consumptie van melk (ongepasteuriseerd of besmet na het pasteuriseren), andere zuivelproducten, (oppervlakte)water, groenten (onder andere sla, spinazie, radijsjes en andere ontspruitende gewassen) en vruchtensappen geassocieerd met STEC-infecties. STEC O157 blijkt bijzonder zuurtolerant te zijn: de bacteriën zijn in staat meer dan twee maanden te overleven in gefermenteerde droge worst met een pH van 4,8. Ook is overdracht beschreven door andere producten met een lage pH, zoals dressings en appelcider. Contact met (mest van) besmet vee (denk aan (kinder)boerderij en zwemmen in gecontamineerd water) kan eveneens een besmettingsroute vormen.

De mens is in ieder geval gedurende de ziekte besmettelijk voor zijn omgeving. De helft van de volwassenen bleek in een onderzoek 17 dagen na aanvang van de klachten nog E. coli uit te scheiden (spreiding 2-62 dagen). Bij kleine kinderen is de uitscheiding langer (mediaan 29 dagen, spreiding 11-59 dagen) en kan incidenteel oplopen tot circa 4 maanden. Deze langdurige uitscheiding kan voorkomen bij zowel symptomatische als bij a-symptomatische patiënten.

Preventie van voedselinfecties veroorzaakt door STEC berust ten eerste op goede hygiene bij melkproductie en het slachtproces (zerotolerance-beleid voor runderkarkassen sinds 1998). Verder moet bij de bereiding van voedingsmiddelen van dierlijke oorsprong kruisbesmetting worden voorkomen. Toch is dit onvoldoende om infecties te voorkomen. Daarom is preventie ook gericht op de volgende punten:

  • onderwijs/voorlichting over veilige voedselbereiding, -bewaring en handenwashygiëne;
  • aandacht voor het goed verhitten van het voedsel;
  • het hanteren van goede bewaarcondities ter voorkoming van vermenigvuldiging van bacteriën;
  • het in acht nemen van hygiënerichtlijnen op kinderboerderijen

Medicamenteuze behandeling

Het nuttige effect van antibiotica is niet aangetoond. Behandeling met trimethoprim/sulfa zou de kans op complicaties (HC of HUS) zelfs vergroten. Verschillende therapeutische mogelijkheden zijn uitgebreid getest, zonder een positief resultaat. De behandeling van HUS is dus nog steeds symptomatisch: behandeling van de nierinsufficiëntie (peritoneaal dialyse of hemodialyse), correctie van de water- en zouthuishouding en behandeling van de eventuele hypertensie.

In Europa wordt in het algemeen geen antibiotica voorgeschreven bij patiënten met een mogelijke of definitieve STEC-infectie.

Achtergrondinformatie

Escherichia coli werd voor het eerst beschreven in 1885 door dr. Theodor Escherich. Jarenlang werd E. coli beschouwd als een onschuldige darmbewoner van de mens en warmbloedige dieren. Sinds de jaren 40 is bekend dat bepaalde serotypes bij de mens enteritis kunnen veroorzaken. Op basis van klinisch beeld, epidemiologische karakteristieken en virulentiefactoren wordt diarreeveroorzakende E. coli ingedeeld in 6 verschillende groepen.

In mei 2011 was er een uitbraak in Duitsland, maar deze is niet veroorzaakt door de meest voorkomende E. Coli, de E. coli O157:H7 maar wel door de veel zeldzamere E. coli O104:H4.

Escherichia coli O157:H7 is een gram-negatieve bacterie en de meest voorkomende entero-hemorrhagische E. coli-stam (EHEC).

Deze stam is, in tegenstelling tot de meeste E. coli varianten, in staat grote hoeveelheden toxines te produceren. Dit verotoxine is verwant aan die van Shigella dysenteriae en is zeer toxisch voor de binnenzijde van de darm.

E. coli O157:H7 veroorzaakt acute hemorragische colitis. Deze ziekte wordt gekenmerkt door hevige buikkrampen gepaard gaande met initieel waterige en vervolgens bloederige diaree. Koorts is meestal afwezig. De ziekte is meestal zelflimiterend en duurt ongeveer een week. Een 2 tot 7 procent van de patiënten ontwikkelen ernstige bijkomende symptomen als nierfalen en bloedarmoede (hemolytisch uremisch syndroom).

Deze stam is een vrij courante veroorzaker van een bacteriële voedselvergiftiging. De meest gebruikelijke besmettingsbronnen zijn: niet goed verhit of rauw vlees, niet gepasteuriseerde melk of vruchtensappen en rauwe groenten. Jaarlijks zijn er volgens schattingen in de Verenigde Staten alleen al gemiddeld zo'n 73.000 gevallen, waarvan 61 dodelijk.

Escherichia coli O104:H4 is een gram-negatieve bacterie. Het is een zeer zeldzame entero-hemorrhagische E. coli-stam (EHEC). Deze variant lijkt naast een vastgestelde resistentie voor een aantal antibiotica ook een negatievere prognose te kennen dan de meer courante EHEC-stammen. Een veel hoger percentage van de patiënten ontwikkelt ernstige renale complicaties: het hemolytisch uremisch syndroom (kortweg HUS genoemd).


8 juni 2011
Opgesteld door mijnmedicijn.nl / meamedica


Bronnen:



Terug naar het begin van de pagina